Welke dag is er nou mooier om een website over een natuurdagboek te bouwen dan de eerste lentedag? Maar met het mooie weer was het gisteren ook een heerlijke dag voor een zonnige lentewandeling in een bos(je) hier vlakbij. Ik ging op pad met mijn camera om de eerste tekenen van het voorjaar vast te leggen.
Het lentegevoel begon al in de voortuin die pal op het Zuiden ligt en waar het Smal Longkruid (Pulmonaria montana) al bloeit. Fijn voor de eerste bijen en hommels.
Zoals je ziet, zet ik de Latijnse naam voor de soorten tussen haakjes achter de Nederlandse naam. Dat doe ik niet om interessant en geleerd over te komen. Het is in mijn natuurdagboek handig gebleken dat ik de Latijnse naam ook ken. Het maakt het bijvoorbeeld makkelijk om op Engelstalige sites informatie te vinden als die op Nederlandstalige websites ontbreekt. En voor de search engine optimization kan het handig zijn omdat mijn site zo beter te vinden is. Internationale bezoekers zo eventueel ook een klein beetje meekijken. En tot slot is het soms heel verrassend wanneer je uit de Latijnse naam kunt opmaken dat bepaalde soorten onverwacht familie van elkaar zijn. Vandaar dus de Latijnse naam erbij. En nu verder!
Op de bodem van de nog niet voorjaarsklare tuin bloeit de Kleine Maagdenpalm (Vinca Minor) al uitbundig.En dit bloeiende plantje heeft een naam die zijn schattige bloemetjes geen eer aandoet. Dit is de Kruipende Smeerwortel (Symphytum grandiflorum).Dan zijn we bij het losloopveld bij het “bos”. Bos tussen haakjes omdat het bestaande “bos” volledig ineen lijkt te storten. Er is gelukkig nog een hoop natuur te vinden, al moet je voor het bosgevoel je inlevingsvermogen soms wel een beetje gebruiken, zeker wanneer de bomen nog kaal zijn. Een groot deel van de bomen is omgevallen of stervende. Of dit komt door de klimaatverandering of door de overmatige stikstofbelasting uit de akkers en boomgaarden om dit stukje “bos” heen, weet ik niet. Waarschijnlijk door allebei. Maar bossen als systeem storten nu eenmaal van tijd tot tijd ook gewoon ineen om dan járen later weer op te bloeien tot een nieuw samenhangend systeem. Ik vind dit een troostrijke gedachte, maar of en hoe dat hier gaat gebeuren? Ik ben benieuwd. Voorlopig geniet ik maar van wat er is.Die katjes tegen die in-en-in blauwe lucht! Veel feller kan het kleurcontrast in de natuur haast niet zijn. Maar het begint te kriebelen in mijn neus, dus we lopen verder.Met ons mee, op de bodem, loopt een zonnig bloemetje waarmee de rand van het pad bezaaid is, één van de eerste gele bloemetjes na de winter, Gewoon Speenkruid (Ficaria Verna). Het valt me op dat de bomen veelal bedekt zijn met wittige plaketten. Dit is het Gewoon Purperschaaltje (Lecidella elaechroma), een korstmos die je veel ziet op vooral gladde bast van jonge bomen. Jammer genoeg kon mijn camera niet écht macro fotograferen voor nog gedetailleerdere beelden, maar volgende keer gaat mijn macrolens mee. Korstmossen zijn prachtig als je ze uitvergroot! Het zijn de grillige structuren van korstmossen en boombasten die mijn grillige aquarelbomen inspireren.Na de korstmossen lopen we tegen een vrij grote bos paddenstoelen aan. In maart?! Ik heb het even opgezocht en paddenstoelen vind je dus echt niet alleen in de herfst. Er zijn soorten die zich juist in het voorjaar laten zien. Dit is een herfst- en wintersoort. Dit is het Gewone Fluweelpootje (Flammulina velutipes) en de vruchtlichamen van deze schimmel kun je inderdaad tot in maart vinden. En dan een favoriet van mij, dit is een Myxomyceet (Myxomyceet indet.), een héél minuscuul klein…..Myxomyceetje. Want een paddenstoel is het tot mijn grote verrassing niet. Het lijkt er wel op, zo’n kopje op een steeltje, als je goed kijkt, maar studie heeft uitgewezen dat Myxomyceten niet tot het rijk der schimmels behoren. Planten en dieren zijn het ook niet. Al lijkt een myxomyceet wel te ontstaan uit een eencellig soort “diertje” (bron: myxomyceten.nl ). Fascinerend, toch? Ik bedoel, dit organisme leeft recht onder onze neuzen en we weten nog steeds niet wat dit nu precies is…Een eindje verder komen we een boomstronk tegen met roestkleurige dotjes erop. Na goed kijken, een niet heel zekere determinatie van waarneming.nl en een paddenstoelenboek, denk ik dat dit de Oranje aderzwam (Phlebia radiata) is die net bovenkomt. Maar ik ben niet zeker. Mijn foto is niet al te best, helaas. Ik werd afgeleid door twee schattig langshuppende konijntjes – grijze, met een roestrood staartje. Als de kans in de waarneming app een beetje redelijk is (rond 75%), dan registreer ik ‘m toch als waarneming op de site. Soms kijkt een expert ernaar en krijg je feedback op je waarneming. Super leerzaam! En dan nog een cluster paddenstoelen die je op een eerste lentedag niet verwacht. Welke soort dit is, kon ik niet vaststellen. Het kan een elfenbankje zijn of een grijze buisjeszwam, maar de kans op zekerheid in de app van waarneming.nl is klein, beide rond de 40%, dus deze registreer ik niet. De zwam heeft zijn beste tijd ook wel gehad en dan is het soms nog moeilijk om te zien wat het is. Paddenstoelenexperts snijden paddenstoelen in stukjes omdat soms alleen de binnenkant laat zien met welke soort ze te maken hebben. Maar aangezien ik geen expert ben, houd ik het bij het maken van foto’s, als het even kan vanuit zoveel mogelijk verschillende oogpunten. En daarmee kom je gelukkig vaak een heel eind.Met het verschijnen van deze oranje bolletjes, verscheen ook de vraag of dit weer een Myxomyceet is of een paddenstoel in een heel vroeg stadium. Ik heb het antwoord niet. Om daar achter te komen, kan ik alleen maar teruggaan en kijken hoe het ze er nu uitzien. Overal in het bos waren stukken boomstronk bedekt met mooi, warm mosgroen Gewoon Dikkopmos (Brachythecium rutabulum). Ze “bloeien”. De sporenkapsels zijn roodbruin en gekromd en dus rijp om de sporen van deze plant te verspreiden. De kwaliteit van deze foto is niet fantastisch, maar ik vond het doorkijkje naar dit Sneeuwklokje (Galanthus spec.) aan het eind van onze wandeling een mooie metafoor voor het einde van de winter. “Dag, winter. Je kunt nu wel gaan. De lente wacht op ons.” Alleen, wanneer ik dit soort plantjes zie, vraag ik me altijd stiekem af of die daar vanzelf gekomen zijn en daar thuishoren, of dat iemand hier en daar bolletjes het bos in gegooid heeft. Het doet aan mijn beeldmetafoor niets af. En ook niet aan de fijne wandeling. Het was een fijne start van de lente.
En? Zie jij het voorjaar al ontluiken in jouw Kleine Grote Wereld?
Pingback: Voorjaarspaddenstoelen. Zie jij ze? - De Kleine Grote Wereld